Vertalingen iem. verstikken NL>DE
iem. verstikken (ww.) | dämpfen (ww.) ; jemanden erdrosseln (ww.) ; jemanden ersticken (ww.) ; jemanden erwürgen (ww.) ; schmoren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `iem. verstikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: smoren